Ik was er altijd voor anderen, maar niet voor mezelf. Vooral voor Bas, mijn zoon met autisme, wilde ik grenzeloos beschikbaar zijn. Hij had mijn aandacht hard nodig dus die gaf ik hem ook. Wat ik niet doorhad, was hoe ver ik daarbij over mijn eigen grenzen ging.
De Hoezo-vraag
Pas na mijn veertigste begon ik ruimte te maken voor mezelf. Maar voordat ik daar écht aan kon werken, kwam eerst een andere vraag op: Hoezo? Waarom zou ik ruimte mogen innemen? Ik voelde een constante behoefte om dit te legitimeren. Het idee dat ik die ruimte mocht claimen, voelde vreemd en ongemakkelijk. Jarenlang worstelde ik hiermee, en achteraf had ik veel eerder hulp moeten zoeken. Maar ja, je bent pas ergens aan toe als je eraan toe bent.
Ruimte innemen, heel gezond
Helaas leerde ik veel te laat dat ruimte voor jezelf nemen niet alleen mag, maar zelfs gezond is. Hoe ik ben opgegroeid en de mate waarin ik mijn grenzen mocht aangeven, speelde een grotere rol dan ik had verwacht. Toen ik ontdekte dat het mocht, dat het zelfs goed was, veranderde er iets in mij. Maar… hoe pak je dat aan?
De code-oplossing
Mijn aanpak begon met een praktisch systeem: ik introduceerde kleuren in huis. Een soort codesysteem aan de muur.
- Code groen: een groen blad hing zichtbaar in de woonkamer. Dit betekende: Ik ben beschikbaar.
- Code oranje: een oranje blad in de woonkamer. Alleen het hoognodige vragen, alsjeblieft.
- Code rood: rood aan de muur betekende een harde nee. Ik ben er nu even niet voor een ander.
Dit simpele systeem heeft ons gezin ontzettend veel opgeleverd. Of beter gezegd: het heeft mij staande gehouden. Ook merkte ik dat ik een leuker mens werd als ik ruimte voor mezelf inbouwde.
Inmiddels hebben we thuis meer ruimte voor elkaar omdat we meer tijd voor onszelf innemen. Wat blijkt, Bas en ik hebben beide deze behoefte om tijdig ruimte in te nemen voor onszelf.
Het mooie is dat het leren van elkaar steeds meer beide kanten opgaat. Ik ben een voorbeeld voor Bas, maar Bas is dat net zo goed voor mij. Hij leert me dingen die geen enkel zelfhulpboek over autisme mij ooit had kunnen uitleggen.
De confrontatie
Neem bijvoorbeeld dit gesprek:
Ik vroeg hem laatst: “Bas, wat zeg jij als je even geen ruimte over hebt voor iemand anders?”
Zijn antwoord was simpel en helder: “Ik zeg gewoon hoe het zit.”
Nieuwsgierig vroeg ik door: “Hoe bedoel je dat? Wat zeg je dan precies?”
Bas keek me serieus aan en zei: “Nou, je zei het zelf net. Ik heb even geen ruimte over.”
En daar stond ik dan, met mijn mond vol tanden. Blijkbaar kon het zo eenvoudig zijn: geen lange uitleg, geen gedoe. Gewoon: “Ik heb even geen ruimte over.”
Een nieuwe aanpak
Ik leer steeds meer van Bas. Hij is recht door zee, duidelijk en zonder omwegen. Ik? Ik ben een soort van in training, quasi onder begeleiding van mijn eigen kind.
Het bewaken van mijn eigen ruimte gaat me steeds beter af.
Waar staan we met de kleurcodes?
Toen ik het voorzichtig aan Bas vroeg, kreeg ik een kort en duidelijk antwoord van hem:
“Dus ik kan bij jou ook zeggen: ik heb even geen ruimte over?”
Zijn reactie: “Yep.”
“Code rood is dus van de baan?”
”Serieus, mam. Ga weg met je codes.”
We gaan door, we gaan vooruit.